Jaarverslag 2018

Leeswijzer

De jaarstukken bestaan uit documenten die tot stand komen in het kader van de planning en control-cyclus.

Alle bedragen zijn, tenzij anders aangegeven, afgerond op hele euro’s. Wanneer het voor de gemeente hogere lasten betreft (dus meer uitgaven of minder inkomsten) zijn het positieve cijfers, wanneer het voor de gemeente lagere lasten betreft (dus minder uitgaven of meer inkomsten) staat er een min voor de cijfers.

De jaarstukken bestaan uit drie delen, te weten:

  • Het programmaplan
  • De paragrafen
  • De jaarrekening

Het programmaplan

Het programmaplan bestaat uit de verantwoording over de realisatie van de programma’s en het overzicht van algemene dekkingsmiddelen.

Het programmaplan bestaat, conform de begroting 2018, uit 11 programma’s.

1.

Veiligheid

2.

Openbare ruimte

3.

Economische structuur, toerisme en recreatie

4.

Onderwijs en kinderopvang

5.

Cultuur en sport

6.

Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening

7.

Milieu en volksgezondheid

8.

Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

9.

Dienstverlening

10.

Bestuur

11.

Gemeentefinanciën

Realisatie van de programma’s
Het programmaplan biedt per programma inzicht in:

  • de mate waarin de doelstellingen vanuit de programmabegroting zijn gerealiseerd;
  • de gerealiseerde baten en lasten.

Deze twee onderwerpen zijn per programma uitgewerkt in de kopjes:

Realisatie 2018?
Per taakveld is aangegeven “Wat wilden we bereiken” en “Wat zouden we er voor doen¨. Per item is aangegeven of we het gerealiseerd hebben met een toelichting.
Daarnaast zijn daar waar mogelijk kengetallen aangegeven.

Wat heeft het gekost?
Per programma wordt aangegeven wat de lasten, baten en het saldo zijn van de primaire begroting, de begroting na wijzigingen en de realisatie.
De belangrijkste afwijkingen tussen het saldo van de begroting na wijziging en het saldo van de realisatie worden kort toegelicht. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in verschillen in kapitaallasten, directe salariskosten en overige verschillen. De apparaatskosten maken vanaf 2017 onderdeel uit van het taakveld overhead. Hier staan ook de indirecte salariskosten.

Overzicht van algemene dekkingsmiddelen
Het overzicht van algemene dekkingsmiddelen geeft aan welke middelen de gemeente verwachtte en wat de daadwerkelijke ontvangsten zijn geweest. Tevens wordt het verloop van de post onvoorzien aangegeven.

Taakvelden
Voor elk programma hebben we de taakvelden weergegeven. Een taakveld is de voorgeschreven indeling op basis van Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Gezien de landelijke vergelijkbaarheid tussen begrotingen is de landelijke taakveldnummering, naast de begrotingsprogrammanummering, opgenomen. Hierdoor kan de nummering onlogisch lijken in relatie tot het nummer van het programma.

Bij elk taakveld staat de verantwoordelijk portefeuillehouder genoteerd en is de mate van beleidsmatige en financiële beïnvloedbaarheid aangegeven. We gebruiken hiervoor de volgende codering:

Volledig financieel en beleidsmatig te beïnvloeden, autonome taak.

Overwegend financieel en beleidsmatig te beïnvloeden.

Overwegend niet financieel en beleidsmatig te beïnvloeden.

Geheel niet financieel en beleidsmatig te beïnvloeden, wettelijke taak.

Per taakveld geven we de beleidsdoelstellingen aan en wat we ervoor gaan doen om de doelstellingen te bereiken.

Indien aan de orde, zijn bij de taakvelden de (wettelijk verplichte) beleidsindicatoren benoemd. Het merendeel van de kengetallen komen van de site ‘waarstaatjegemeente.nl’. Deze gegevens worden geleverd door externe bronnen en zijn wettelijk verplicht om te vermelden. Als gegevens niet bekend zijn, is het ook verplicht om 'N/b' (Niet beschikbaar) te vermelden.

Tot slot is per taakveld de beleidsmatige bijdrage van (een) verbonden partij(en) aan dat betreffende taakveld beschreven.

De paragrafen

Artikel 9 van het 'Besluit Begroting en Verantwoording' (BBV) bepaalt dat in de begroting afzonderlijke paragrafen worden opgenomen, waarin de beleidslijnen worden vastgelegd met betrekking tot beheersmatige activiteiten en de lokale heffingen. Deze paragrafen geven een dwarsdoorsnede van respectievelijk de begroting en de rekening, bekeken vanuit een bepaald perspectief (bijvoorbeeld het risicoprofiel, de bedrijfsvoering of de kwaliteit van het openbaar gebied).

In de jaarstukken wordt verantwoording afgelegd over hetgeen in de paragrafen van de begroting was opgenomen (Artikel 26 BBV).

We kennen zeven voorgeschreven paragrafen. Dit zijn:
1.   weerstandsvermogen en risicobeheersing
2.   lokale heffingen
3.   grondbeleid
4.   bedrijfsvoering
5.   onderhoud kapitaalgoederen
6.   verbonden partijen
7.    financiering

De Jaarrekening

De jaarrekening betreft de grondslagen voor waardering en resultaatsbepaling, de programmarekening en de balans met toelichting.

De programmarekening bevat:
a)   de begrote en gerealiseerde baten en lasten per programma, waarbij de begrote    bedragen worden aangegeven voor en na wijziging;
b)   het overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen;
c)   het gerealiseerde resultaat volgend uit de onderdelen a en b;
d)   de werkelijke toevoegingen en    onttrekkingen aan reserves;
e)   het gerealiseerde resultaat volgend uit de onderdelen c en d (resultaat na bestemming).

Voor de toelichting op de verschillen tussen de begroting na wijziging en de realisatie wordt verwezen naar de toelichting per programma.

ga terug