Jaarverslag 2018

Weerstandvermogen en risicobeheersing

Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit onderscheiden we in een structurele weerstandscapaciteit en een incidentele weerstandscapaciteit.

Structurele weerstandscapaciteit

Met structurele weerstandscapaciteit worden middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Het betreft middelen die onderdeel zijn van de exploitatie:

  • De vrije ruimte in de belastingcapaciteit (uitgaande van landelijke rekentarieven);
  • De stelpost voor onvoorziene uitgaven.

Incidentele weerstandscapaciteit

De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen dat ingezet kan worden om eenmalige tegenvallers op te vangen. In beginsel betreft dit de optelsom van:
a. De stille reserves
b. De algemene reserves

a. Stille reserves

Stille reserves zijn de meerwaarde van activa die te laag of tegen nul zijn gewaardeerd, doch direct verkoopbaar zijn indien men dat zou willen. Conform de Nota stille reserves (2006), beperken de stille reserves zich tot verpachte gronden, bosgronden en ondergrond garageboxen. De omvang van onze stille reserves is:

b. Algemene reserves

De algemene reserves bestaan uit de Algemene reserve weerstandsvermogen (ARW), de Algemene vrije reserve (AVR) en de Algemene reserve bouwgrondexploitatie (ARB). De Algemene reserve bouwgrondexploitatie wordt meegenomen omdat in de berekening van de minimale benodigde weerstandscapaciteit de risico’s van de bouwgrondexploitaties ook zijn meegenomen.

De omvang van de incidentele weerstandscapaciteit (a en b) is:

In bovenstaand overzicht is geen rekening gehouden met eventuele winsten binnen de bouwgrondexploitatie.

De totale weerstandscapaciteit is € 200.000 + € 20.274.800  = € 20.474.800.  

ga terug