Alle voorzienbare risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van grote betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of het eigen vermogen, worden als risico aangemeld.
Risico’s kunnen als volgt worden ingedeeld:
a. risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid;
b. risico’s voortvloeiend uit beleid van hogere overheden;
c. risico’s voortvloeiend uit samenwerkingsverbanden;
d. risico’s voortvloeiend uit het handelen van derden;
e. risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente niet te beïnvloeden ontwikkelingen.
a. Risico's voortvloeiend uit eigen beleid
Garanties
Door de gemeente zijn garanties afgegeven voor geldleningen die door verenigingen of instellingen binnen de gemeente zijn aangegaan. Als de geldleningen niet worden terugbetaald door de verenigingen of instellingen, dan wordt de gemeente hiervoor aansprakelijk gesteld.
Eén van de garantstellingen betreft Roepaen. Het is bekend dat deze organisatie een achterstand heeft in de aflossing en rentebetalingen. Het risico dat de gemeente op haar garantstelling wordt aangesproken is daarmee reëel aanwezig.
Gennep heeft voorts twee garantstellingen afgegeven voor leningen aan de Stichting INTOS. Betaling van de rente en aflossing van deze leningen zijn gegarandeerd, het risico is nihil.
Open-einde-regelingen
Door de wetgeving van het Rijk worden gemeenten steeds vaker geconfronteerd met open-einde-regelingen. Te denken valt aan de Wet Werk en Bijstand, leerlingenvervoer, Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Jeugdzorg en Wet Sociale Werkvoorziening.
Sociaal domein
Door de drie decentralisaties is een verruiming ontstaan van taken en verantwoordelijkheden op het gebied van Jeugdzorg, begeleiding en verzorging van ouderen en gehandicapten en arbeidsmarktbeleid, kortweg sociaal domein. De middelen die we krijgen voor het sociaal domein hebben we intern geoormerkt. Door het Rijk zijn kortingen toegepast op de middelen die wij ontvangen; we zullen het systeem dus efficiënter moeten vormgeven. Een dergelijke transformatie kost tijd. Voor het opvangen van tekorten op het sociale domein is een bestemmingsreserve ad € 1.000.000,- beschikbaar. We zijn echter nadrukkelijk niet zonder (financieel) risico, omdat zich binnen dit domein situaties kunnen voordoen die om een kostbaar zorgtraject vragen. Dat kan zowel incidenteel als structureel zijn.
Planschade
Elke planologische maatregel als bedoeld in artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) kan leiden tot planschade. De WRO maakt afwenteling van planschade op een initiatiefnemer mogelijk.
Om het risico op planschade zoveel mogelijk te beperken, is het binnen de gemeente Gennep gebruikelijk om voorafgaand aan toepassing van ruimtelijke procedures waarbij schade niet kan worden afgewenteld onderzoek te (laten) verrichten naar mogelijke schade die het gevolg kan zijn van de betreffende procedures (de zogenaamde planschaderisico-inventarisatie). Binnen de grondexploitatiegebieden wordt waar dat noodzakelijk is wel rekening gehouden met mogelijke planschadeclaims. De bevoegdheid om te beslissen over ingediende planschadeverzoeken ligt bij ons college.
Rentetoerekening Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)
Voor de berekening van de kostendekkendheid van de rioolrechten hanteren we een rekenrente van 4% over de boekwaarde van de investeringen. Het percentage is gebaseerd op de gemiddelde rentelasten over de aangetrokken vaste geldleningen. Een groot gedeelte van de investeringen wordt gefinancierd met eigen vermogen en daarmee geen rentelasten. In 2019 wordt het GRP geactualiseerd en mogelijk ook de hoogte van rentetoerekening. Het verlagen van het toe te rekenen rentepercentage heeft invloed op het begrotingssaldo.
Opbrengst toeristenbelasting
In de meerjarenbegroting is uitgegaan van een stijging van de opbrengst toeristenbelasting uitgaande van een stijging van het aantal overnachtingen. Het stimuleren van recreatie en toerisme is een speerpunt maar er zijn een ontwikkelingen die een risico vormen.
Denk hierbij aan de economische ontwikkelingen. Uit het verleden blijkt dat bij een neerwaartse conjunctuur het aantal overnachtingen daalt. Dit is een autonome ontwikkeling waar wij als gemeente geen invloed op hebben.
Ontwikkelingen bouwsector
De sterk groeiende economie en het daarmee samenhangend consumentenvertrouwen heeft geleid tot een explosieve groei van de bouwsector. Het gevolg is een groeiende vraag naar bouwmaterialen en personeel in de bouwsector. Door de groeiende vraag zijn de prijzen gestegen. Ook het tekort aan personeel heeft een prijsverhogend effect. Daarnaast is sprake van een risico op vertraging in de uitvoering.
Door deze ontwikkelingen is het zeker dat de kosten van de grotere geplande projecten hoger gaan uitvallen. De grotere geplande projecten zijn:
- Verbouw gemeentekantoor
- Realisatie Kind Expertises Centrum (KEC)
- Aanleg fietstunnel onder de Weverstraat
- Stedenbouwkundige kwaliteit Pottenhoek
Voor het KEC geldt nog specifiek dat nog niet is bepaald welke duurzaamheidseisen toegepast zullen gaan worden en zijn de kosten voor de aanpassing van de openbare ruimte nog niet te bepalen.
Bouwgrondexploitatie
Voor mogelijke risico’s in het kader van de bouwgrondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Bij de bepaling van de minimale weerstandscapaciteit zijn deze risico’s meegenomen.
De gemeente heeft nog een vordering op projectontwikkelaar Parkvisie Holding B.V. voor de betaling van een exploitatiebijdrage plan Heikant.
b. Risico's voortvloeiend uit het beleid van hogere overheden
Algemene uitkering
Via het gemeentefonds of via specifieke uitkeringen worden rijksmiddelen aan gemeenten beschikbaar gesteld. Het gemeentelijk beleid is daarom gevoelig voor rijksmaatregelen die deze geldstromen betreffen. Vooral ten aanzien van de algemene uitkering is dit risico substantieel. Als het Rijk besluit te bezuinigen, betekent dit voor gemeenten dat de algemene uitkering lager wordt. Bij extra rijksuitgaven wordt de algemene uitkering hoger.
c. Risico's voortvloeiend uit samenwerkingsverbanden
Sociale werkvoorziening
De meerjarenbegroting voor de Sociale Werkvoorziening vraagt structureel om een gemeentelijke bijdrage. Deze bijdrage komt ten laste van de deelnemende gemeenten in de GR IWGM. Het aandeel van Gennep is in 2019 ruim € 750.000 en loopt op tot € 880.000 in 2020. Dit is onderdeel van het sociaal domein. Het risico is, dat deze gemeentelijke bijdrage nog verder oploopt, hetgeen niet wenselijk is. Wij onderzoeken hoe wij door aanpassing van ons arbeidsmarktbeleid tot een ombuiging kunnen komen. Wij hebben dit alvast in de jaarschijven 2021-2022 ingecalculeerd.
d. Risico's voortvloeiend uit handelen van derden
Waarborgfonds Sociale Woningbouw
In het kader van de bruteringsoperatie heeft de gemeente Gennep het risico van de garantieverstrekking c.q. leningverstrekking aan woningcorporaties overgedragen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De gemeente fungeert naast de corporaties en het waarborgfonds als derde “achtervang”. Alleen als de bijdragen van de voorgaande twee partijen ontoereikend zijn, moeten Rijk en gemeenten op verzoek van WSW renteloze leningen verstrekken. Gemeenten lopen een minimaal risico.
Waarborgfonds Eigen Woningbouw
Het risico van garantieverstrekking in het kader van de Nationale Hypotheek Garantie is ondergebracht in Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Uit de liquiditeitsprognoses 2018-2023 van het WEW blijkt, dat voor de jaren waar de prognoses betrekking op hebben geen aanspraken zijn te verwachten op de achtervangfunctie van gemeenten.
e. Risico's voortvloeiend uit voor de gemeenten niet te beïnvloeden ontwikkelingen
Renteontwikkeling
Door de voorgenomen investeringen gaan we er van uit dat we in 2020 weer een nieuwe geldlening moeten afsluiten. Indien de rente op de geld- en kapitaalmarkt zich ongunstig ontwikkelt ten opzichte van het in de begroting opgenomen rentepercentage, dient rekening te worden gehouden met extra rentelasten voor de lening die afgesloten gaat worden. De ontwikkeling kan ook positief zijn als de rente zich gunstig ontwikkelt. De rente is laag en de verwachting is dat deze voorlopig laag blijft.
Wij hebben een financieringsoverschot maar hebben geen rendement hierover ingecalculeerd. Voor de eerste jaren hebben wij geen renterisico.